Hasselt (B) | Kathedraal Sint-Quintinus

Reeds in 1526 bezat de Sint-Quintinuskerk van Hasselt, de toenmalige hoofdkerk, een orgel. Getuige daarvan zijn de werken die door Sebastiaen van Diest aan dit instrument werden uitgevoerd. In 1592/1593 werd een nieuw instrument gebouwd door Nicolaes en Jacob Niehoff. Een relatief belangrijk gedeelte van het pijpwerk van dit instrument bleef bewaard in het huidige instrument. Dit pijpwerk kan beschouwd worden als het oudste pijpwerk dat bewaard is gebleven in België. Het orgel werd uitgebreid in 1628 door Jan Van Weert en in 1641 door Christian Ancion uit Hoei. Gedurende de 18de eeuw werd het instrument meerdere malen hersteld of gerestaureerd door opeenvolgend Jan II Posselius, Christian Penceler en Henrich Möseler.

 

In 1787 werd er begonnen met de constructie van een nieuw doksaal tegen de westmuur van het schip van de kerk. Het bouwen van een nieuw orgel op dit doksaal bleek echter vrij moeilijk. In 1788 werden er contacten gelegd met Mathieu Graindorge en in 1790 met de Gentse familie Van Peteghem. Uiteindelijk werd er gekozen voor de orgelbouwers Joseph Binvignat en Lambert Houdtappel uit Maastricht. Aangezien het nieuwe doksaal te klein was voor de constructie van een orgel met een rugpositief, werden deze orgelbouwers dus eigenlijk verplicht om het voorziene instrument (31 registers, 2 manualen en half, klein zelfstandig pedaal van één octaaf) te integreren in één enkele orgelkast die gemaakt zou worden volgens de plannen van architect Springel. Een gedeelte van het pijpwerk en de blaasbalgen van het oude instrument werden herbruikt bij de constructie van het nieuwe instrument. Het nieuwe orgel werd afgewerkt in de kerk in maart 1793. De werken die aan het instrument uitgevoerd werden gedurende de twee daaropvolgende eeuwen zouden het orgel telkens weer aanpassen aan de gangbare smaak. In 1840 verving Arnold Graindorge enkele aliquoten door meer grondtonige spelen. Een transformatie in romantische zin en een uitbereiding van het zelfstandig pedaal vond plaats in 1871 door Theodore Ruëff en door de zoon van deze laatstgenoemde in 1892. In 1970-1972 vond dan de eigenlijke doodsteek plaats van het orgel van Binvignat toen een project van Hans Klotz werd uitgevoerd door de firma Pels uit Herselt waarbij een in feite nieuw instrument werd geconstrueerd in de oude kast en er maar enkele registers van Niehoff herbruikt werden.

 

Het huidige instrument is een reconstructie van het Binvignat-orgel uit 1793 waarbij herbruik werd gemaakt van alle pijpwerk uit de periode van de 16e tot de 18e eeuw dat bewaard gebleven is. Vijf registers van Niehoff bleven namelijk bewaard in het atelier van de firma Pels en deze werden dan ook terug in het instrument geïntegreerd bij de reconstructie. Het pedaal werd echter uitgebreid in vergelijking tot het origineel pedaal van Binvignat: het bevat nu 2 i.p.v. 5 registers en ook de tessituur is uitgebreid tot 27 toetsen hoewel het in oorsprong maar 12 toetsen bezat. Het pijpwerk dat noodzakelijk was om de uitbereiding van het pedaal mogelijk te maken werd geplaatst achter de buitenste pijpvelden van het grote meubel dat de volledige breedte van het schip vult.  De nieuwe klaviatuur werd bewust voorzien van vrij eigentijds inlegwerk gemaakt uit palmhout, ebbenhout en been dat eraan herinnert dat het instrument gereconstrueerd werd aan het begin van onze eeuw.

 

Dispositie

Grand-Orgue

C, D – f '''

 

Bourdon 16'

Montre 8'

Bourdon 8'

Prestant 4'

Flûte 4'

Nasard 2 '

Doublette 2'

Nasard 1 '

Fourniture IV

Cymbale II

Sesquialter II

Trompette 8'

Voix humaine 8'

Clairon 4'

 

Tremblant

 

Positif

C, D – f '''

 

Bourdon 8'

Prestant 4'

Flûte 4'

Nasard 2 '

Doublette 2'

Tierce 1 '

Mixture III

Cornet III

Cromhorne 8'

 

Tremblant

 

Echo

c ' – f '''

 

Bourdon 8'

Flûte 4'

Cornet III

Cromhorne 8'

 

Pédale

C – d '

 

Soubasse 16'

Montre 8'

Prestant 4'

Bombarde 16'

Trompette 8'

 

Grand-Orgue / Pédale

 

Plaats
Hasselt (B)
Bouwjaar
1793 / 2004
Orgelbouwer
Binvignat & Houtappel / Guido Schumacher
Dispositie
III – P, 32